Terugblik Kick-off Datawerkplaats | 19 juni

10 juli 2024 Collectie Projecten

De datawerkplaats is van start gegaan!  

Woensdag 19 juni werd de datawerkplaats van Stichting Erfgoed & Publiek feestelijk geopend in Museum Heerenveen. Dankzij een financiële bijdrage van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap kunnen er in heel Nederland datawerkplaatsen ingericht worden. De datawerkplaats in Friesland is ingericht rondom het thema: de vergeten watersnood van 1825. Maar mocht je geen erfgoed hebben dat binnen dat thema valt en je wilt wel graag je data opschonen, verrijken of verbinden, dan ben je bij de datawerkplaats Friesland van harte welkom.  

De middag ging van start met een lezing van Prof. Dr. Lotte Jensen van de Radboud Universiteit. Hieronder vindt u kort overzicht van haar lezing.

Prof. Dr. Lotte Jensen (Radboud Universiteit)
Het is wonderlijk hoe mijn agenda zich begon te vullen met uitnodigingen voor herdenkingen over de watersnood van 1825. Waarom is dat wonderlijk? Omdat het een volstrekt vergeten natuurramp is. Maar tegelijkertijd is het één van de grootste rampen die Nederland ooit heeft getroffen. Dat mijn agenda zich begon te vullen, betekent dat de watersnood van 1825 kennelijk leeft. Maar dat roept ook de vraag op waarom we iets herdenken. We herdenken niet alleen om eraan terug te denken, maar ook omdat er iets is in het heden wat ons daarin aantrekt.  

Voorafgaand moeten we ons wellicht eerst afvragen wat een ramp is. Wat hoort er wel bij en wat niet? Een ramp is een gebeurtenis die plaatsvond, waarbij het niet de bedoeling was om slachtoffers te maken. Een ramp is daarnaast pas écht een ramp als het ook een sociaal effect heeft, als er sociaal iets ontwricht raakt en het media-aandacht krijgt.  

Bestaat er ook iets als een typische rampcultuur en is daar ook iets typisch Nederlands aan? Het antwoord is ja. Een rampcultuur bestaat uit alle praktische maatregelen die we nemen om rampen te voorkomen. Dit is vooral een preventieve rampcultuur. Tot deze rampcultuur behoren ook religieuze opvattingen. Tot 1970 was in Nederland de religieuze moraal (het is een straf, het was een zonde die begaan was) zeer aanwezig. Ook onderdeel van de Nederlandse rampcultuur zijn de rol van de media (hoe wordt de ramp verspreid), het gemeenschapsgevoel (een vorm van trots die je over de ramp heen kunt zetten), hulpacties en een culturele herinnering. Al deze aspecten vormen het bronmateriaal dat nodig is om te reconstrueren hoe we vroeger met rampen omgingen en hoe we dat nu doen.  

Als erfgoedorganisaties zijn jullie dicht bij de herinneringscultuur betrokken. De cruciale vraag is eigenlijk: waarom zijn we 1825 vergeten en waarom ga je het nu weer boven water halen? Wat willen we eigenlijk met dit herinneringsgevoel: willen we de regio op de kaart zetten, willen we samenwerken op het gebied van digitaal erfgoed? Maar ook: waarom vergeten we? Dat heeft te maken met de omvang en de impact van de ramp. Het speelt een rol wanneer het gebeurt (bijvoorbeeld Nieuwjaarsdag in Volendam), welke media erop in spelen en hoe sterk het nationale wij-gevoel is (wat erg sterk naar voren komt bij MH17). Ook de watersnood van 1825 scoort op al deze vlakken eigenlijk heel goed.  

De vergeten watersnood van 1825. Een van de grootste natuurrampen van Nederland. Er stak een Noordwesterstorm op die twee dagen over het land raasde. In combinatie met springtij bleek dat fataal. Overijssel werd het zwaarst getroffen met 305 doden. Dagelijks rapporteerden kranten over de dramatische taferelen die zich afspeelden. Daarnaast kwam er ook hoog bezoek. Je zou misschien wel kunnen stellen dat een ramp pas écht een ramp is als het koninklijk huis zich laat zien. Deze ramp is bijzonder om een bepaald gegeven: er werd nog nooit eerder in de geschiedenis van Nederland zo veel geld opgehaald voor een overstromingsramp. Dat was echt waanzinnig en tegelijkertijd een mooie bron die jullie uit archieven kunnen uitdiepen met naam en acties die op gang kwamen.  Lokale comités organiseerden allerlei voorstellingen en activiteiten ten behoeve van de noodlijdenden. Bijvoorbeeld, in Heerenveen werden harmonieconcerten gegeven.  

Maar waarom willen we rampen herontdekken? Waarom is er ineens tweehonderd jaar na de ramp weer een herinnering? Om een eigentijdse boodschap mee te geven zodat er toekomstperspectief kan worden geboden. Ter inspiratie: herontdekken van rampen kun je doen met podcasts, tentoonstellingen, educatieve projecten met scholen en fiets- en kunstroutes 

 

Wilbert Helmus (Netwerk coördinator Netwerk Digitaal Erfgoed)
Met z’n allen zitten we op een schatkamer van informatie en erfgoed. Het verhaal van Lotte Jensen was daarvoor illustratief. Zij noemde verschillende bronnen, zoals Delpher en het Geheugen van Nederland. Maar in 2015 zijn wij als Netwerk Digitaal Erfgoed begonnen met de Nationale Strategie Digitaal Erfgoed. Het doel van deze strategie is om over de grenzen van collecties en organisaties te gaan. Zodat erfgoed van iedereen zichtbaar, houdbaar en vindbaar zijn. Het zou toch fantastisch zijn dat met een paar klikken alle informatie over een bepaald onderwerp op te vragen is, in plaats van dat je nu op allerlei verschillende plekken je stukjes informatie moet zoeken.   

In 2015 hebben we een aantal uitgangspunten bedacht, maar het belangrijkste uitgangspunt is de gebruiker staat centraal. De ontwikkelingen die worden doorgemaakt worden gedeeld met aangesloten mensen uit het netwerk. Iedereen draagt bij aan de informatievoorziening. We hebben dat ook vastgelegd in een manifest dat is ondertekend door vele organisaties, maar ook door leveranciers van collectieregistratiesystemen.  

Onlangs hebben we als Netwerk Digitaal Erfgoed geld gekregen om erfgoed op een digitale manier aan elkaar te verbinden en om erfgoedkwaliteit te verbeteren. Hierdoor kan Lotte veel beter haar bronnenonderzoek doen en wordt het voor de gebruiker makkelijker om informatie te vinden. De datawerkplaats en het datacleanteam willen jullie daar graag mee helpen.  

Er zijn inmiddels 7 datawerkplaatsen, verspreid over Nederland zijn het algemeen de erfgoedhuizen die de datawerkplaatsen hebben. Daar hoort vaak ook een digitaal erfgoedcoach bij. Het thema in Friesland is erg leuk en kan dienen als opstapje om ook aan de slag te gaan met de rest van je data.  

Daarnaast nog een korte oproep: de Nationale Strategie Digitaal Erfgoed wordt vernieuwd. Als jullie willen meedenken dan zijn jullie van harte welkom op 12 september in het Huis in Utrecht. Daar organiseren we een middag waar we de uitdagingen die er leven bespreken en hoe we daar in de strategie met elkaar aan kunnen werken.  

Marina van der Ploeg & Sies Vonk (Stichting Erfgoed & Publiek)
Erfgoeddata moet beschikbaar worden gemaakt voor de gebruiker. Maar hoe zorgen we er nu voor dat we de erfgoeddata zo beschikbaar maken dat gebruikers in plaats van alle verschillende databases moeten doorzoeken, dat alle erfgoeddata zo beschikbaar wordt gesteld dat de gebruiker er in één keer bij kan.  

Als iedereen erfgoeddata op dezelfde manier beschikbaar maakt, ontstaat er langzaam een netwerk van erfgoed. Je kunt dan gebruik maken van onlinedata om de rekenkracht van computers te gebruiken. Maar daarvoor moeten we wel computertaal spreken. Om dezelfde taal te spreken als de computer, moeten we onze data opschonen en verrijken.  

Voorheen waren de gegevens die je invoerde in je collectieregistratiesysteem vooral voor intern gebruik. Maar op het moment dat je die gegevens naar buiten wilt gaan brengen, vanuit je collectieregistratiesysteem, ga je die gegevens met de wereld delen. Dan moeten schrijffouten en inconsistenties verholpen zijn en een beschrijving moet dan wel publieksvriendelijk zijn.  

Data verrijken is het verbinden van informatie elders op het internet met data van jouw eigen organisatie. Dit kan bijvoorbeeld door te gaan werken met het termennetwerk (waarbij je bijvoorbeeld werkt met de Arts and Architecture/RKD-Artists of Cultuurhistorische Thesaurus.) Door het toevoegen van persistent identifiers voorkom je dat jouw erfgoed niet goed bereikbaar is en dat de gebruiker geen 404-meldingen krijgt te zien. Dit zit allemaal al standaard in het Atlantis-collectieregistratiesysteem.  

Vervolgens wil je de informatie zo aanbieden dat een computer snapt wat je hebt gedaan. Wij mensen weten uit de context vaak waarover we het hebben. Bijvoorbeeld: geel kan een plaatsnaam, een kleur of een achternaam zijn. Uit de context kunnen wij vaak halen wat er bedoeld wordt. Maar een computer begrijpt dat niet. Je moet context geven aan je informatie zodat de computer óók begrijpt wat je bedoelt.  

Maar hoe doe je dat nu zelf? 
Tijdens de bijeenkomst zijn er verschillende varianten laten zien hoe je dit zelf kunt doen. Wilt u óók weten hoe u dat zelf doet? Neem dan contact op met digitaal@erfgoedpubliek.nl. Zij zullen u dan verder op weg helpen.